Op deze pagina ziet u de:  Zeearend - Eekhoorn en de ijsvogel en een reetje voorbij komen

Zeearend : 

De zeearend is een imposante, zeer grote roofvogel ('vliegende deur') van waterrijke gebieden. Leeft van vis, watervogels en ook van aas, vooral als er ijs ligt. Lange tijd een zeldzame wintergast, maar tegenwoordig zelfs broedvogel in Nederland in toenemende aantal (2018: 14 paar). Trage, diepe vleugelslag, maar schroeft vaak in voorjaar, zomer en herfst op thermiek. Meestal solitair, maar op plaatsen met veel voedsel kunnen zeearenden zich concentreren.


eekhoorn : 

Kenmerken:

Een eekhoorn eet een noot

De eekhoorn is 20 tot 28 centimeter lang en 250 tot 350 gram zwaar. De borstelige pluimstaart is 15 tot 20 centimeter lang. Het is een omnivoor, die tot de knaagdieren behoort.

Anders dan de naam doet vermoeden, kan de vachtkleur variëren van zwart tot gelig, met allerlei tinten rood en bruin daartussen. Melanisme komt voor, maar de mate waarin individuen melanistisch zijn verschilt per regio. Gewoonlijk zijn de dieren roodbruin met een witte buikzijde, 's winters meer grijzig donkerbruin. De kleur wordt ook grijsachtiger naarmate de eekhoorn ouder wordt. De oor pluimen vallen vooral in de winter op. Een eekhoorn kan de haren op de pluimstaart opzetten.


ijsvogel : 

Kenmerken:

De ijsvogel (Alcedo atthis) is een vogel uit de familie van de ijsvogels (Alcedinidae). Het is een opvallende verschijning door zijn contrasterende blauwe bovendelen en oranje onderdelen, maar ook een zeer schuwe soort die zich weinig laat zien. Deze soort is de enige ijsvogelsoort die tot in noordelijk Europa voorkomt, inclusief Nederland en België. De meeste ijsvogels leven in de tropen.[2]

De ijsvogel is een typische viseter en is dus sterk aan water gebonden. Vanwege zijn voorkeur voor steil kanten om in te broeden, komen ze vaak voor bij stromend water, omdat daar van nature door erosie steile oevers ontstaan. Ook stilstaande visrijke wateren met begroeiing vormen een prima leefomgeving. In het grootste deel van het verspreidingsgebied is de soort algemeen, maar in sommige gebieden wordt de ijsvogel met uitsterven bedreigd.


Ree : 

Het ree (Capreolus capreolus) is wat grootte betreft te vergelijken met een grote herdershond. Het ree komt voor in bijna geheel Europa. Het heeft een zandgele tot roodbruine vacht in de zomer die in de herfst langer wordt en verkleurt tot grijsbruin. Een mannetjes ree heet bok, een vrouwtje geit, een jong een reekalf en een groep een sprong.

 

Afmetingen

lengte kop-romp: 95 tot 140 cm
gewicht: 16 tot 35 kg
schofthoogte: 60-90 cm
gewei: tot 25 cm

Mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes. Het ree is wat grootte betreft te vergelijken met een grote herdershond. 

Het ree is het enige hoefdier met kiemrust. Dit wil zeggen dat de ongeboren vrucht zich pas later ontwikkelt waardoor de draagtijd verlengd is.